De prestatie van de aandelenmarkt is niet alleen slecht, maar ronduit dramatisch. Na de duik van 550 punten in de Dow Jones Industrial Average Index afgelopen dinsdag, is de meltdown van de markt officieel. Althans, in termen van waarderingen is dit jaar nu al een van de ergste van de afgelopen decennia.
De koers-tot-winst ratio van de S&P 500 gebaseerd op de afgelopen 12 maanden, is in 2018 gedaald met 17 procent. Dat is de derde grootste daling sinds 1991, gebaseerd op cijfers van Bloomberg. Daarnaast is dit slechts 1 procentpunt beter dan de daling van 18 procent in waarderingen in 2008, tijdens de financiële crisis. De grootste daling vond plaats in 2002 tijdens de dot-com bubbel.
Aandelenkoersen zijn aanzienlijk gestegen sinds Trump tot president werd verkozen. Veel analisten hebben echter gewaarschuwd dat deze stijgingen niet gefundeerd zijn. Wat beleggers bereid zijn te betalen voor bedrijfswinsten, de daadwerkelijke waardering van de aandelenmarkt, is een betere indicatie over de richting van de economie volgens analisten. Zelden zijn die gevoelens zo snel verzuurd, hoogstwaarschijnlijk gedreven door de handelsoorlog, en vertragingen van de wereldwijde groei, stijgende rentetarieven en inflatie.
Het einde van het probleem is ook nog niet in zicht, zo voorspelt Bloomberg. Het grotere probleem is dat elementen die doorgaans voor een hogere aandelenmarkt zorgen, verdwijnen. De sterke Amerikaanse arbeidsmarkt en de tarieven die Trump heeft opgelegd aan verschillende landen, zorgen voor hogere kosten en tegelijkertijd dalende winstmarges. Bovendien stijgen de rentetarieven en neemt de groei af. Al deze factoren leiden doorgaans tot lagere waarderingen van aandelenmarkten.
Het slechte nieuws is dus dat niet de markt er momenteel wankel uitziet, maar dat het mogelijk nog veel erger kan gaan worden.