De huidige pensioensystemen zoals we die kennen bevinden zich op een breekpunt. Niet alleen in Nederland, maar in verschillende delen van de wereld. Dankzij lage rentetarieven, trage economische groei én de vergrijzing lopen toekomstige pensioenen gevaar.
Deze week schreven we over het feit dat Nederlandse pensioenfondsen slechts een klein gedeelte van hun totale vermogen beleggen in Nederland. Een groot gedeelte van het vermogen wordt belegd in het buitenland, met alle risico’s van dien. Daarnaast is deze week ook bekend geworden dat de ECB het monetaire verruimingsprogramma met 9 maanden heeft verlengd, wat in principe inhoudt dat de rente nog lange tijd laag zal blijven. Slecht nieuws voor pensioenfondsen.
Ook elders in Europa (en in de wereld) staan de pensioenfondsen er (bijzonder) slecht voor. Hieronder een overzicht van de Europese landen.
Het Verenigd Koninkrijk
Het Verenigd Koninkrijk heeft op dit moment een tekort aan pensioenbesparingen van $4 biljoen, dat naar verwachting 4% per jaar zal stijgen en in 2050 $33 biljoen zal bedragen. Het Britse koninkrijk heeft een totale BBP van $3 biljoen. Wat in principe betekent dat het tekort op dit moment groter is dan de hele economie, en zelfs met een bescheiden inflatie, zal het probleem alleen maar groter worden.
Bovendien zijn bovenstaande berekeningen gemaakt voordat het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie heeft verlaten. Brexit is een belangrijke economische verschuiving die de pensioenvooruitzichten kan veranderen. Op dit moment is nog niet bekend of dit in positieve of negatieve zin zal zijn.
Daarnaast blijkt uit een studie van de OESO, dat Britten tijdens hun pensioen slechts 38% van hun salaris vergoed kunnen krijgen wanneer zij met pensioen gaan. Na Mexico en Chili, is dit het laagste cijfer, ter wereld.
Dit betekent ook dat de Britten zelf steeds meer moeten gaan sparen om tijdens hun pensioen er niet gigantisch op achtertuit te gaan. Een Britse denktank becijferde onlangs dat jonge werknemers 18% van hun jaarlijks netto salaris moeten wegzetten om later “voldoende” pensioeninkomen te hebben.
Zwitserland
De wereld heeft vaak een romantisch beeld van Zwitserland. Velen denken dat het land dé maat is voor fiscale discipline. Tot op zeker hoogte is dit waar, maar net als elk ander land kent ook Zwitserland problemen. Het nationale pensioenplan van de Zwitsers kent tekort na tekort door een steeds ouder wordende bevolking.
Afgelopen maand verwierpen Zwitserse kiezers een pensioenshervormingsplan dat het systeem zou hebben versterkt door de pensioenleeftijd van vrouwen te verhogen van 64 naar 65 jaar. Daarnaast zouden ook de belastingen verhoogd worden, en zou een werknemersbijdrage worden verplicht. Het plan sneuvelde echter toen 52,7% van de kiezers nee stemden.
De uitkomst in Zwitserland geeft een beeld van de houding van de gehele ontwikkelde wereld. Compromissen sluiten is altijd moeilijk. Zowel politici als kiezers negeren de langetermijnproblemen en komen vaak niet verder dan slechts de volgende verkiezingen.
Diepe problemen: Frankrijk, België, Duitsland, Oostenrijk & Spanje
Frankrijk, België, Duitsland, Oostenrijk & Spanje maken het nog bonter. Deze landen behoren tot de ‘pay-as-you-go’ landen (PAYG). Wat inhoudt dat er geen geld apart wordt gehouden voor toekomstige pensioenverplichtingen. Het geld voor pensioenuitkeringen moet jaarlijks uit de algemene begroting vloeien.
De crisis die deze landen te wachten staat is redelijk voorspelbaar: het aantal gepensioneerden stijgt, waardoor er steeds meer geld uit de jaarlijkse begroting naar gepensioneerden moet vloeien. Een onhoudbare situatie.
Spanje werd bijvoorbeeld hard getroffen tijdens de financiële crisis van 2008. Desondanks had het land geleidelijk een noodfonds opgebouwd sinds het einde van 1990. In 2011 zat er €65 miljard euro in het noodfonds. Om de financiële crisis en de pensioenuitkeringen het hoofd te bieden is dit noodfonds volledig uitgeput. De oorzaak? Er zijn op dit moment 1,1 miljoen meer gepensioneerden in Spanje dan 10 jaar geleden. Daarnaast zorgt een werkloosheid van 25% onder jongeren er ook nog voor dat de staatskas minder wordt gespekt waardoor het nog moeilijker wordt om te voldoen aan toekomstige verplichtingen.
Onlangs heeft de Wall Street Journal een rapport uitgebracht over de pensioenen in Europa. Hieruit kwam naar voren dat de Europese pensioenpopulatie de grootste ter wereld is, en deze zal blijven groeien. Op dit moment zijn volgens de berekening van de WSJ 42 van elke 100 werknemers gepensioneerd. In 2060 zal dit getal stijgen naar 65 per 100 werknemers.
En in tegenstelling tot de meeste Europese financiële problemen, is dit geen Noord vs. Zuid probleem. Zo staan Oostenrijk en Slovenië, samen met Griekenland en Polen voor de moeilijkste demografische uitdagingen. Deze landen hebben veel van hun jongeren zien vertrekken naar andere welvarende Europese landen. Terwijl de bevolking die overblijft alsmaar ouder wordt.
De vooruitzichten voor de toekomst zijn ook ronduit slecht wanneer je kijkt naar de geboortecijfers in Europa. Sinds 1960 is het geboortecijfer gedaald met 40% naar ongeveer 1,5 kind per vrouw, volgens cijfers van de VN. In die tijd is de levensverwachting gestegen van 69 naar 80 jaar.
De komende pensioenstorm
We kunnen eindeloos doorgaan over andere landen in Europa, maar hopen dat het grotere geheel zichtbaar begint te worden. De komende pensioenscrisis is niet slechts een crisis waaraan de huidige politiek schuldig is. Het is een grotere bijdrage van decennia’s lang slecht beleid van overheden.
Generaties lang hebben politici het publiek ervan overtuigd dat hun (pensioens)rechten worden gewaarborgd. Tot op de dag van vandaag geloven veel politici dit nog steeds. Ze hebben beloftes gedaan die onhoudbaar zijn, puur omdat ze de veronderstelling hebben dat er onmogelijk zoiets als een pensioenscrisis kan uitbreken.
Maar vroeg of laat zal de realiteit ook tot hen doordringen, waardoor iedereen grote offers zal moeten brengen. Zo zal iedereen (nog) langer moeten doorwerken, zal het pensioen korter worden, en de belastingen hoger.
En laten we niet vergeten dat we praten over landen uit de Europese Unie die allemaal financieel met elkaar verbonden zijn. Zodra een van deze landen in de problemen komt zal Brussel alles op alles moeten zetten om erger te voorkomen. Maar gezien de ernst van de zaak in verschillende Europese landen zal dit een haast onmogelijke taak zijn.
Verschillende economen roepen dan ook al jaren dat het verstandig is om naast het vertrouwen dat wij stoppen in pensioenfondsen én overheden, ook te zorgen voor een eigen pensioenpot. Deze kan gemakkelijk worden opgebouwd met gouden baren en/of zilveren munten door middel van periodiek kleine aankopen. Door te zorgen voor een goede spreiding van je aankopen en het accumuleren van eeuwenoude betaalmiddelen die nooit hun waarde hebben verloren ben je zeker van een gegarandeerde waardevaste oudedagsreserve.