Gouden Dukaten munten

De geschiedenis van de gouden Oostenrijkse dukaat

Gouden Dukaten werden voor het eerst geregistreerd als uitgegeven door het Koninkrijk Oostenrijk in 1612, hoewel ze waarschijnlijk veel eerder opdoken. Oostenrijkse Dukaten werden geproduceerd met een zeer zuiver fijngoud gehalte van .986 (23,75 karaat). Hierdoor behoorden de munten tot gouden munten met  de hoogste zuiverheid ter wereld.

Tijdens de jaren 1400 verschoof de interesse van internationale handelaren in West-Europa van de gouden florijn naar de dukaat als hun favoriete valuta en rekeneenheid. De dukaat was een gouden of zilveren munt die in Europa werd gebruikt werd als handelsmunt vanaf de latere middeleeuwse eeuwen tot in de 20e eeuw. Toen de heersers van Nederland, Rusland, Oostenrijk, Zweden en andere landen hun valuta hervormden, gebruikten ze meestal de zilveren Venetiaanse dukaat als model.

Oostenrijk bleef gouden dukaten slaan voor circulatie tot 1914, tijdens de laatste jaren van het bewind van Frans Jozef I, en vlak voor het begin van de Eerste Wereldoorlog. Gouden dukaat munten uit 1915 worden nog steeds geproduceerd door de Oostenrijkse Munt als officiële re-strikes, in de Oostenrijkse traditie voor postume herdenkingsmunten. 

Ontwerp van de gouden Oostenrijkse dukaat

Gouden Dukaten hebben hun ontwerp en uiterlijk geërfd van de middeleeuwse gouden munten van Europa, omdat ze vrij dun zijn (met slechts 0,8 mm) in vergelijking met moderne gouden munten, maar groot (20 mm in diameter). Ze wegen 3,44 gram (de 1 Ducat) en 13,76 gram (de 4 Ducat) en bevatten 98,60% (23,75 karaats) puur goud. 

Aan de voorzijde vinden we een hoofdportret van de keizer van Oostenrijk, de laatste is Franz Josef I. Er zijn versies met een jonger portret, maar een meer volwassen ontwerp staat op de nieuwste munten, inclusief de munten uit het jaar 1915. De keizer kijkt naar rechts, is bebaard met een dikke snor en draagt een laurierkrans op zijn hoofd. De woorden FRANC IOS I D G AUSTRIAE IMPERATOR zijn ingeschreven. 

Op de achterkant zien we de armen van Oostenrijk bedekt met een gekroond tweekoppige keizerlijke adelaar. Het wapen van Oostenrijk-Hongarije was het symbool van dat land tijdens zijn bestaan van 1867 tot 1918, toen het rijk instortte als gevolg van een nederlaag in de Eerste Wereldoorlog. De tweekoppige adelaar of keizerlijke adelaar was oorspronkelijk een symbool van het Heilige Roomse Rijk. Boven de keizerlijke adelaar staat de keizerlijke kroon die door keizers uit het huis Habsburg werd gedragen en de kroon van Oostenrijk werd na de ontbinding van het Heilige Roomse Rijk. De keizerlijke adelaar houdt de keizerlijke regalia of de kroonjuwelen bovenop zijn hoofden, het keizerlijke zwaard, dat werd gebruikt tijdens kroningen, en de keizerlijke bol, een symbool van goddelijk recht. De tweekoppige adelaar is een veel voorkomend symbool in de heraldiek, meestal geassocieerd met het Byzantijnse Rijk, het Heilige Roomse Rijk, het Russische Rijk en hun opvolgerstaten. Ingeschreven vinden we de woorden HUNGAR BOHEM GAL LOD ILL REX A A, samen met het jaar van uitgifte.